Programma 7 Volksgezondheid en milieu

1. Volksgezondheid
2. Riolering
3. Afval
4. Milieubeheer
5. Begraafplaatsen

Een vitale, toekomstbestendige fysieke leefomgeving waarbij wij onder andere invulling geven aan de opgaven vanuit het Rijk en de samenleving.

7.2 Riolering: een nadelig verschil van € 211.000  aan lasten:
De onttrekking vanuit de voorziening voor riolering is bijgesteld op basis van de gerealiseerde investeringen hierdoor ontstaat een nadeel van € 211.000.

7.3 Afval: een voordelig verschil van € 471.000  aan lasten:
Het verschil kan worden verklaard door de lagere eindafrekening van de ROVA, waarbij er een lagere doorbelasting is voor de verwerking van afval (€ 317.000). Daarnaast zijn de kosten voor de inzameling op het afvalbrengstation lager. Dit is per saldo te verklaren door een lagere aanbod van afval met lagere verwerkingskosten als gevolg (€ 198.000) en hogere kosten voor de ROVA regie van het afvalbrengstation (€ 55.000).

7.3 Afval: een nadelig verschil van € 93.000  aan baten:
Het verschil is per saldo te verklaren door een lagere opbrengst afvalstoffenheffing (€ 106.000) en lagere NEDVANG subsidies (€ 54.000) en een hogere opbrengst bij het brengstation (€ 67.000).

7.4 Milieubeheer: een voordelig verschil van € 180.000  aan lasten:
Het verschil is te verklaren door een voordelig verschil op het budget duurzaamheidsbeleid (€ 161.000). De middelen voor de transitievisie warmte en energievisie zijn niet volledig benut (€ 120.000) en het budget voor subsidies voor duurzaamheidsbonnen is niet volledig beschikt (€ 35.000) vanwege lager aantal aanvragen dan verwacht. 

7.5 Begraafplaatsen en crematoria: een voordelig verschil van € 82.000 aan baten:
Het verschil is te verklaren door een hogere ontvangst van begraafrechten (€ 82.000). 

In de investeringstabellen wordt inzicht gegeven in het (bruto) krediet (K) en de bijdrage van derden (B). Het restant krediet wordt overgeheveld naar 2023, wanneer de investering nog niet gereed gemeld is. De mutatie in het krediet betreft de over- of onderschrijding van gereed gemelde investeringen.  In de meeste gevallen is dit een kredietoverschot, hetgeen inhoudt dat de kapitaallasten in de toekomst lager zijn dan begroot op basis van het vastgestelde krediet.

Met ingang van boekjaar 2023 is een nieuwe werkwijze van toepassing met betrekking tot de kredieten, waarbij het geen automatisme meer zal zijn om kredieten over te hevelen.  Bij de 1e Bestuursrapportage kan kenbaar worden gemaakt of bij kredieten een mogelijke overheveling wordt voorzien, waarna bij de 2e Bestuursrapportage het besluit kan worden genomen om kredieten over te hevelen naar het volgende boekjaar. Vervolgens zullen bij de Jaarrekening 2023 die kredieten worden afgesloten, waarvan besloten is om deze niet over te hevelen.

Investeringen	K/B	Oorspr. Jaar	Oorspr. krediet	Krediet 2022	Besteed in 2022	Gereed	Mutatie krediet	Restant Krediet
a. Riolering milieumaatregelen	K	2020	150.000	82.580	36.672	JA	45.908	-
b. Riolering vrijverval	K	2021	222.784	163.107	55.424	NEE	-	107.683
c. Riolering drukriolering mech/elektrisch	K	2021	33.000	33.000	-	NEE	-	33.000
d. Riolering vrijverval	K	2022	125.863	125.863	126.960	JA	-1.097	-
e. Riolering drukriolering mech/elektrisch	K	2022	432.000	432.000	-	NEE	-	432.000
f. Riolering gemalen bouwkundig	K	2022	17.000	17.000	-	NEE	-	17.000
g. Riolering milieumaatregelen	K	2022	150.000	249.174	-	NEE	-	249.174
	B	2022	-	99.174	-	NEE	-	99.174
g. Riolering milieumaatregelen	N	2022	150.000	150.000	-		-	150.000
h. Riolering onderhoud stedelijk watersysteem	K	2021	46.600	46.600	40.154	JA	6.446	-
i. Verwijderen gedenkstenen begraafplaatsen	K	2021	45.000	84.792	24.838	NEE	-	59.954
i. Verwijderen gedenkstenen begraafplaatsen	K	2022	45.000	-	-		-	-
Totaal			1.267.247	1.134.942	284.049		51.257	799.636