De programmaverantwoording bestaat uit de negen programma’s van de gemeente gevolgd door een overzicht van de kosten van overhead en de algemene dekkingsmiddelen.
In de cijfermatige financiële overzichten is ten behoeve van het bevorderen van de leesbaarheid aangegeven of er sprake is van een Voordelig [V] verschil of van een Nadelig [N] verschil. |
Per programma wordt aangegeven wat we hebben bereikt, wat we daarvoor hebben gedaan en wat het heeft gekost. Bij het onderdeel ‘wat hebben we bereikt’ staat een toelichting die ingaat op de visie uit de begroting van dat betreffende programma, daarnaast worden de beleidsindicatoren vermeld. De beleidsindicatoren hebben 31 december 2022 als peildatum en zijn terug te vinden op www.waarstaatjegemeente.nl. Bij het onderdeel ‘wat hebben we daarvoor gedaan’ worden de doelen uit de begroting en de geboekte voortgang in het jaar 2022 weergegeven. Van de acties (wat gaan we daarvoor doen) wordt ten behoeve van een snelle interpretatie van de voortgang een verkeerslichtenrapportage toegepast. Aan de hand van de volgende kleuren kan de voortgang of het resultaat worden afgelezen. In deze Jaarstukken is in samenwerking met de Auditcommissie uitvoering gegeven aan de motie Duisenberg en zijn de gegeven kleuren afgestemd met de Auditcommissie.
|
Activiteit is reeds binnen de gestelde kaders van tijd, geld en kwaliteit gerealiseerd. |
|
Er is actie ondernomen, echter is de doelstelling nog niet behaald. |
|
Activiteit wordt niet behaald en er is nog geen actie ondernomen. |
De kleur groen kan als status ook toegekend worden aan beleid dat overgegaan is naar bestaand beleid. In die gevallen is de actie soms nog niet afgerond, maar de initiële actie wel.
Bij het onderdeel ‘wat heeft het gekost’ staat het financieel overzicht van alle producten die in 2022 zijn gerealiseerd. Verschillen tussen de ‘raming 2022 na wijziging’ en de ‘realisatie 2022’ groter dan € 50.000 worden op productniveau voorzien van een toelichting. Geringe afrondingsverschillen kunnen zich voordoen, omdat bedragen worden afgerond op 1.000-tallen en het kan voorkomen dat de som van de toegelichte bedragen iets hoger of lager uitvalt dan het te verklaren bedrag. Vervolgens wordt per investering aangegeven hoeveel geld er is uitgegeven en wordt de uitgave toegelicht. Wanneer een project in 2022 is afgerond en in gebruik is genomen, dan worden de kapitaallasten vanaf 2023 ten laste van het exploitatieresultaat gebracht. Van de investeringen die in 2022 niet zijn afgerond, wordt het krediet overgeheveld naar 2023. Als de werkelijke kosten lager zijn dan het verstrekte krediet, dan komt het restantkrediet te vervallen. Afwijkingen op de kredieten groter dan 10% of € 50.000 worden toegelicht.
Met ingang van boekjaar 2023 is een nieuwe werkwijze van toepassing met betrekking tot de kredieten, waarbij het geen automatisme meer zal zijn om kredieten over te hevelen. Bij de 1e Bestuursrapportage kan kenbaar worden gemaakt of bij kredieten een mogelijke overheveling wordt voorzien, waarna bij de 2e Bestuursrapportage het besluit kan worden genomen om kredieten over te hevelen naar het volgende boekjaar. Vervolgens zullen bij de Jaarrekening 2023 die kredieten worden afgesloten, waarvan besloten is om deze niet over te hevelen.