Paragraaf B Weerstandvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft aan in hoeverre gemeentelijke risico’s kunnen worden afgedekt door weerstandscapaciteit. Deze paragraaf beschrijft de risico’s die de bedrijfsvoering van de gemeente in gevaar kunnen brengen. Voldoende weerstandsvermogen voorkomt dat een financiële tegenvaller ons direct dwingt tot bezuinigen. Het weerstandsvermogen is voldoende als financiële tegenvallers goed opgevangen kunnen worden. Daarvoor zetten we weerstandscapaciteit en risico’s tegen elkaar af.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Met het principe van integraal management is het sturen op risico’s een vast onderdeel van de bedrijfsvoering.
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, wordt de relatie gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (A) /     Benodigde weerstandcapaciteit (B)

   Wij streven naar een weerstandsvermogen dat ten minste voldoende is. Dit vereist een ratio weerstandsvermogen dat gelijk is of hoger is dan 1,0.

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A > 2.0 uitstekend
B 1,4 - 2,0 ruim voldoende
C 1,0 - 1,4 voldoende
D 0,8 - 1,0 matig
E 0,6 - 0,8 onvoldoende
F <0,6 ruim onvoldoende

Weerstandscapaciteit betreft alle middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken, zonder dat aanpassingen nodig zijn in de begroting en het beleid.

Inventarisatie van risico's (is benodigde weerstandscapaciteit)

Terug naar navigatie - Inventarisatie van risico's (is benodigde weerstandscapaciteit)

Een risico is de kans dat een mogelijke gebeurtenis, met een negatieve impact voor de organisatie, zich voordoet. Om risico’s te kwantificeren dienen zowel de kans op als de impact van het risico te worden bepaald. De niet-financiële risico’s, zoals imagoschade, worden niet gekwantificeerd. In de programmabegroting en de jaarrekening wordt de risico-inventarisatie geactualiseerd. 

1. Overige verstrekte leningen
De gemeente heeft leningen verstrekt aan Essent en Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVN). Daarnaast zijn er drie hypotheken verstrekt aan medewerkers. Het risico bestaat dat de leningen oninbaar worden. De kans dat dit scenario zich voordoet, schatten wij in op 30%. 

2. Grondexploitaties 
De gemeente heeft in totaal zes grondexploitaties: Kalterbroeken in Diever, Meenteweg – Oeveraseweg in Havelte, Moersberger Erven, Vledderveen, Aldi Dwingeloo en Vledder Noord Fase  Ib. Het risico bestaat dat de grondexploitaties niet (verder) gerealiseerd worden en de huidige boekwaarde afgeboekt moet worden. De kans daarop schatten wij in op 30%. Door verkopen en tussentijdse winstname is de boekwaarde voor 2022 negatief. Daarom wordt thans geen impact bepaald. Het risico voortvloeiend uit de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) wordt hier niet gekwantificeerd. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de paragraaf G: Grondbeleid.

3. Garantstellingen
Voor tien instellingen binnen de gemeentegrenzen heeft de gemeente een financiële borgstelling afgegeven. Dit betekent dat wanneer de instelling zelf niet aan haar aflossingsverplichting kan voldoen, de gemeente hiervoor zorg moet dragen. De kans dat dit zich voordoet, schatten wij in op 10%.

4. Garantstelling WSW-achtervang
De gemeente is door middel van een garantstelling verbonden aan de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Mocht een woningbouwvereniging niet aan haar financiële verplichtingen kunnen voldoen, dan zal zij eerst de WSW aangespreken. Wanneer blijkt dat de WSW onvoldoende financiële middelen heeft, dan worden vervolgens andere woningbouwverenigingen aangesproken en tenslotte kan de gemeente worden aangesproken. Het vastgoed fungeert in deze situatie als onderpand. Actium is de grootste woningbouwvereniging die actief is binnen de gemeente Westerveld. Actium beschikt over circa 16.000 woningen die verspreid zijn over verschillende gemeenten. In de gemeente Westerveld zijn ongeveer 1.600 woningen (10%) in het bezit van Actium. Naast Actium is woningcorporatie Woonconcept vertegenwoordigd binnen de gemeente. Zij verhuurt één wooncomplex aan een instelling, bestaande uit circa 20 woningen. Op basis daarvan schatten wij dat maximaal 10% opeisbaar is. 
De kans dat dit scenario zich voordoet, schatten wij in op 10%. (https://www.wsw.nl/gemeenten/achtervang/)

5. Exploitatie lasten
De exploitatie is realistisch begroot. Er wordt op onderdelen een inspanning gevraagd. Dat is zorgvuldig afgewogen. Voor de volledigheid schatten wij daarvoor een risico van circa 0,5% van de totale lasten. Dat komt neer op een bedrag van circa € 296.000. De kans daarop schatten wij op 50%.

6. Algemene uitkering Gemeentefonds (risico gedekt uit eigen reserve)
Jaarlijks ontvangt de gemeente bijna € 39 miljoen uit het Gemeentefonds. De rijksoverheid kijkt bij de verdeling van het Gemeentefonds naar het aantal inwoners, jongeren en uitkeringsgerechtigden en de oppervlakte van de gemeente en grootte van de watergebieden. Bij de circulaires in mei, september en december kan het voorkomen dat er wijzigingen zijn in de hoogte van de algemene uitkering. Daarnaast zal er een herijking van het Gemeentefonds plaatsvinden met een gewijzigde fiancieringssytematiek. De grootste negatieve bijstelling in de afgelopen was circa 3%. Dit risico schatten wij nu op € 1.184.000. De kans daarop schatten wij op 20%. 

7. Ombuigingen sociaal domein
In het sociaal domein staan we voor een aanzienlijke transitie. We hebben een realistische inschatting gemaakt van de haalbaarheid van de ombuigingen. Het tempo waarin deze ombuigingen kunnen worden gerealiseerd is lastig te bepalen. In de jaarrekening 2021 hebben wij een overzicht gegeven van de stand van zaken. Voor 2023 is een ombuiging begroot van € 899.000. Er is € 465.000 gerealiseerd, waardoor er nog voor € 434.000 aan voorgestelde ombuigingen invulling moet worden gegeven. Er bestaat een kans dat het tempo waarin de maatregelen gerealiseerd kunnen gaan worden, af gaan wijken van ons voorgenomen plan. Die kans schatten wij op 30% van het om te buigen bedrag.

8. Ziekteverzuim
In de begroting wordt een bedrag van € 300.000 geraamd voor vervanging bij ziekte. Dat gaat uit van een ziekteverzuim van 3% en 80% vervanging. De afgelopen jaren was het verzuim circa 5%. Bij 80% vervanging en/of vervanging tegen een hogere prijs bestaat er een risico van € 240.000. 

9. Dividend
Door de coronacrisis en door investeringen door (nuts)bedrijven in de energietransitie staat de uitkering van toekomstig dividend onder druk. De partners waarin wij deelnemen geven allen aan dat winsten zullen afnemen en derhalve de uit te keren dividend lager zal zijn.
Zo geeft Rendo aan dat het toekomstige dividend gebaseerd zal zijn op een lagere uitkeerbare winst. In vergelijking met de huidige uitkeerbare winst wordt een verlaging voorzien van het dividend met 17%. In bedrag komt dat overeen met circa € 120.000 minder dividend. Dat bedrag betreft dus ons risico van lagere inkomsten in de toekomst. 
Ook Enexis geeft aan dat de dividend uitkering zal dalen met circa  29% in 2022. Ook ROVA voorziet een lager dividend van circa 29%.
Bovenstaande opsomming is niet volledig en ook nog eens onzeker, maar deze geeft wel aan dat de lagere dividenduitkeringen resulteren in een lager resultaat. Vooralsnog benoemen wij deze factor als een risico. Dat risico schatten wij op € 206.000. De kans dat het dividend daadwerkelijk lager zal zijn, schatten wij op 50%.

10. Gemeenschappelijke regelingen
De gemeente participeert in zeven gemeenschappelijke regelingen (te weten SSC-ONS, Reestmond, Veiligheidsregio Drenthe, GGD Drenthe, RUD, Recreatieschap Drenthe en Publiekvervoer Groningen Drenthe). Het risico bestaat dat een gemeenschappelijke regeling te maken krijgt met een financiële tegenvaller, die dan ook de individuele gemeente treft. Wij gaan er vanuit dat de lastenverzwaring met maximaal 5% zal toenemen. De kans dat dit scenario zich voordoet schatten wij in op 50%.

Samenvatting:

Omschrijving Risico I/S Kans Impact Risico in Euro
1. Overige verstrekte leningen (scenario volledig afboeken) I 30% 665.000 200.000
2. Grondexploitaties (scenario volledig afboeken) I 30% 0 0
3. Garantstellingen (scenario volledig opgeëist) I 10% 3.105.000 311.000
4. Garantsteling WSW achtervang (scenario 10% opgeëist) I 10% 2.387.000 239.000
5. Exploitatie lasten I 50% 306.000 153.000
6. Algemene uitkering gemeentefonds I 20% 1.184.000 237.000
7. Ombuigingen sociale domein I 30% 434.000 130.000
8. Ziekteverzuim I 80% 300.000 240.000
Subtotaal incidentele benodigde weerstandscapaciteit       1.510.000
9. Dividend uitkeringen S 50% 206.000 103.000
10. Gemeenschappelijke regelingen (scenario 5% extra) S 50% 342.000 171.000
Subtotaal structureel benodigde weerstandscapaciteit       274.000

Personeel 
Steeds vaker zien we dat het lastig is om goed gekwalificeerd personeel te werven en te behouden. Het risico bestaat daarbij dat we onvoldoende expertise en/of capaciteit hebben. Door tijdelijke externe inhuur kan dit worden opgelost tegen extra kosten voor de meest kwetsbare functies. Het financiële risico is op dit moment lastig in te schatten voor Westerveld niet in te schatten. Er wordt gestuurd op het beschikbare budget. Er is een flexibel budget beschikbaar voor noodzakelijke geachte vervanging boven de formatie. Eventueel kunnen taken worden uitgesteld.

Omgevingswet
De gemeente is verantwoordelijk voor de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2023. Het accent van de implementatie daarvan ligt volgens de opgestelde projectbegroting in 2022. Er wordt daarom geen gekwantificeerd risico geraamd.

Effecten milieu op verkoop en ontwikkeling van gronden
Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan over de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De RvS oordeelde dat de PAS niet meer als basis voor toestemming voor activiteiten mag worden gebruikt. Dat betekent dat voor veel ruimtelijke ontwikkelingen weer toestemming op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb) vereist is. Dit kan via het ‘aanhaken’, dat wil zeggen als onderdeel van een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht (Wabo) of via een aparte natuurvergunning op grond van de Wnb. Gedeputeerde Staten (en in een aantal gevallen het ministerie van LNV) zijn het bevoegde gezag voor deze natuurvergunning.
De gevolgen van de uitspraak halen nog steeds regelmatig het nieuws. Veel initiatieven zijn stil komen te liggen. De uitspraak van de RvS laat ook zien dat er voor het herstel van onze natuur nog flinke stappen nodig zijn. De totale stikstofdepositie moet blijvend worden verlaagd. Gemakkelijke oplossingen hiervoor zijn er niet.
Er zijn nog geen ontwikkelingen in onze gemeente geannuleerd door deze stikstofproblematiek. Samen met de Provincie Drenthe en de andere Drentse gemeenten wordt het landelijk beleid op de voet gevolgd en gekeken welke maatregelen genomen moeten worden om ontwikkelingen toch doorgang te kunnen laten vinden. 

Inventarisatie beschikbare weerstandcapaciteit

Terug naar navigatie - Inventarisatie beschikbare weerstandcapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten te dekken. Bij het bepalen van de weerstandscapaciteit worden incidentele risico’s afgedekt met incidenteel geld en worden structurele risico’s opgevangen met structurele middelen. Op basis van de Nota reserves en voorzieningen is het volgende bepaald:
•    De algemene reserves worden volledig meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit;
•    De bestemmingsreserves, stille reserves en stille voorzieningen worden niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Deze middelen zijn direct aan te wenden voor de financiële gevolgen van een risico.

Vrij beschikbaar Per 31 - 12 -2022
Algemene reserve 3.407.000

Structurele weerstandscapaciteit

De structurele weerstandscapaciteit geeft de mogelijkheid om, door middel van een verhoging van belastingen en leges, structurele risico’s op te vangen. De OZB is de enige belasting die hiervoor in aanmerking komt. De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (norm van artikel 12 ) te vergelijken met het tarief dat de gemeente Westerveld hanteert. De onderstaande tabel laat zien dat de onbelaste belastingcapaciteit €  2.377.000 bedraagt. Dit bedrag daalt ten opzichte van de jaarrekening 2019. Immers het OZB-tarief stijgt, waardoor de belastingruimte wordt verkleind.

Soort WOZ-waarde Tarief Westerveld Tarief art. 12 Verschil Onbenutte capaciteit
OZB eigenaren woningen  3.121.957.000  0,1010 0,1729 0,0719 2.244000
OZB eigenaren niet-woningen  398.484.000  0,1945 0,1729 -0,0216 0
OZB gebruikers niet-woningen  300.780.000  0,1287 0,1729 0,0442 133.000
Totaal         2.377.000

Beoordeling weerstandsvermogen en kengetal

Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogen en kengetal

Op basis van voorgaande inventarisatie geeft dat de onderstaande beoordeling en confrontatie.

Beoordeling Per 31-12-2022
Incidentele weerstandscapaciteit 3.407.000
Structurele weerstandscapaciteit  2.377.000 
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit (A)  5.784.000
   
Incidentele benodigde weerstandscapaciteit 1.510.000
Structureel benodigde  weerstandscapaciteit 274.000
Totaal benodigde weerstandscapaciteit (B) 1.784.000
   
Weerstandsvermogen absoluut (A-B)  4.000.000
Ratio weerstandsvermogen (A/B)  3,24

De ratio voor het weerstandsvermogen bedraagt 3,24. Hiervoor onder risicobeheersing hanteerden wij als norm ‘voldoende’ met een bijbehorende ratio weerstandsvermogen van ten minste 1,0. Er wordt dus voldaan aan ons eigen uitgangspunt. De gemeente kan de geïnventariseerde risico’s opvangen. Een kanttekening is op zijn plaats. Wordt de beschikbare weerstandcapaciteit werkelijk benut (ingezet voor tegenvallers), dan heeft dit consequenties voor de solvabiliteit en/of de lokale lasten

Financiële kengetallen normen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen normen

In onderstaande tabel worden de uitkomsten van de financiële kengetallen weergegeven. De gezamenlijke toezichthouders hebben de financiële kengetallen gecategoriseerd en bandbreedtes gesteld. De categorieën variëren van minst risicovol, gemiddeld risicovol en meest risicovol. Per kengetal wordt een korte toelichting gegeven. 

Beoordeling vanuit het interbestuurlijk toezicht Minst risicovol Gemiddeld risico Meest risicovol
Netto schuldquote <90% 90 - 130% >130%
Solvabiliteitsratio (1) >50% 20 - 50% <20%
Solvabiliteitsratio (2) >33% 10 - 33% <10%
Grondexploitatie <20% 20 - 35% >35%
Structurele exploitatieruimte >0% 0% <0%
Belastingcapaciteit <95 95 -105 >105

Solvabiliteitsratio (2) betreft een eigen (voorlopige) normstelling in afwachting van de herziene notitie van de Commissie BBV die binnenkort wordt verwacht.

Financiële kengetallen Rekening 2021 Raming 2022 Begroting 2023 Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
1. Netto schuldquote  20,4% 21,8% 22,3% 18,1% 11,5% 12,3%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor leningen 21,6% 20.6% 21,1% 16,8% 11,9% 11,2%
3. Solvabiliteitsratio(1) incl. bestemmingsreserves 35,2% 32,5% 32,1% 35,7% 40,0% 42,9%
4. Solvabiliteitsratio(2) excl. bestemmingsreserves 8,4% 6,9% 8,0% 12,3% 18,2% 20,8%
5.  Grondexploitatie -0,6% -0,7% -0,1% -0,3% 0,0% 0,0%
6.  Structurele exploitatieruimte  2,7% -3,4% 0,6% 2,1% 4,6% 1,2%
7.  Belastingcapaciteit 96,8% 96,2% 87,6% 87,6% 87,6% 87,6%

 

Netto schuldquote

Terug naar navigatie - Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft de verhouding tussen de netto schuld en de totale exploitatieomvang aan. De gezamenlijk toezichthouders beschouwen een netto schuldquote kleiner dan 90% als het minst risicovol. De gemeente Westerveld heeft eind 2023 een netto schuldquote van 22,3%. Deze neemt toe door het aantrekken van een nieuwe vaste geldlening en het volledig benutten van de ruimte voor financiering met kasgeldleningen. Nieuwe investeringen in het publieke domein kunnen niet langer gedekt worden uit exploitatie resultaten en vrijval van kapitaallasten. Omdat bestemmingsreserves worden ingezet voor exploitatie uitgaven voor specifieke beleidsonderwerpen, ontstaat er extra financieringsbehoefte. Dat betekent nieuw aan te trekken geldleningen en bijkomende rentelasten. Bij het stijgen van de netto schuldquote daalt de solvabiliteit. 

Solvabiliteitsratio (1)

Terug naar navigatie - Solvabiliteitsratio (1)

Het solvabiliteitsratio geeft de verhouding van het eigen vermogen inclusief bestemmingsreserves ten opzichte van het totale vermogen aan. De gezamenlijk toezichthouders beschouwen een solvabiliteitsratio groter dan 50% als het minst risicovol. De gemeente Westerveld heeft eind 2023 een solvabiliteitsratio van 32,1%.
De solvabiliteit daalt nu al een aantal jaren achtereen door negatieve exploitatieresultaten en onttrekkingen aan de bestemmingsreserves. De baten dekken niet de lasten in de gewone exploitatie. Daardoor neemt het aandeel eigen vermogen af. Dat leidt tot een toenemende vermogensbehoefte en stijgt de externe schuld.

Solvabiliteitsratio (2)

Terug naar navigatie - Solvabiliteitsratio (2)

Het solvabiliteitsratio geeft de verhouding van het eigen vermogen exclusief bestemmingsreserves ten opzichte van het totale vermogen aan. Het gaat hier dus om het kengetal dat de verhouding van ‘vrije’ vermogen uitdrukt ten opzichte van het totale vermogen. Bestemmingsreserves kennen immers een bestemming voor (beleids)taken in het lopende jaar of komende jaren. Daarmee liggen, zolang de raad niet anders beslist, de bestemmingsreserves en de onttrekkingen daaruit vast. Ze kunnen niet direct worden ingezet voor het opvangen van optredende risico’s. De gemeente Westerveld heeft eind 2023 een solvabiliteitsratio (2) van 6,9%. 

Grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondexploitatie

Het kengetal grondexploitatie geeft de verhouding tussen de grondexploitaties en de totale exploitatieomvang aan. De gezamenlijke toezichthouders beschouwen een kengetal grondexploitatie kleiner dan 20% als het minst risicovol. De gemeente Westerveld heeft eind 2023 een kengetal grondexploitatie van -0,13%. 

Structurele exploitatieruimte

Terug naar navigatie - Structurele exploitatieruimte

De structurele exploitatieruimte geeft de verhouding tussen het structurele exploitatieoverschot (of tekort) en de totale exploitatieomvang aan. De gezamenlijke toezichthouders vinden een structurele exploitatieruimte groter dan 0% het minst risicovol. De gemeente Westerveld beschikt in 2023 over een structurele exploitatieruimte van 0,8%.

Belastingcapaciteit

Terug naar navigatie - Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft de hoogte van de woonlasten aan (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) van een meerpersoonshuishouden ten opzichte van het landelijke gemiddelde. De gezamenlijke toezichthouders vinden een belastingcapaciteit kleiner dan 95% het minst risicovol. De gemeente Westerveld heeft in 2023 een belastingcapaciteit van 87,6%. Dat betekent dat er ruimte is om de tarieven te verhogen. Als grens wordt vaak aangehouden 105%. Door het laten stijgen van het OZB tarief neemt de ruimte onder deze 105% af.