Inleiding op de begroting

Voorwoord College

Verder bouwen

Terug naar navigatie - Verder bouwen

In deze begroting 2023-2026, de eerste in deze nieuwe bestuursperiode, bouwen we verder op de fundamenten van het coalitieakkoord ‘Bouwen aan de Toekomst’. 

Benaderbaar en herkenbaar

Terug naar navigatie - Benaderbaar en herkenbaar

We willen een benaderbare, herkenbare en uitnodigende gemeente zijn voor onze inwoners. Een optimale dienstverlening, transparantie in beleid en een open houding van ‘ja mits’ zijn uitgangspunten die terugkomen in deze begroting. In 2023 richten we ons daar waar mogelijk en wenselijk op participatie van inwoners bij de toekomstige inrichting van Westerveld en de ontwikkeling van beleid dat daarvoor nodig is.

Woningbouw

Terug naar navigatie - Woningbouw

Eén van de grote opgave van onze gemeente is het realiseren van nieuwe woningen. Ons doel is om uiterlijk in 2024 te starten met de bouw van de eerste 200 woningen. In het coalitieakkoord is de ambitie beschreven van 1.000 nieuwe woningen voor 2030. In deze begroting nemen we de ontwikkeling van het Addendum van de Woonvisie mee als aanjager voor onze woningbouwopgave. In het addendum hebben we de kaders vastgesteld voor het aantal te bouwen woningen en de doelgroepen.

Veranderende wereld

Terug naar navigatie - Veranderende wereld

Na twee jaren coronacrises is ook het  jaar 2022 een turbulent jaar. Gemeentelijke overheden worden geconfronteerd met de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne en statushouders die uit overvolle opvangcentra moeten worden opgenomen. Ook in Westerveld is de realisatie van opvangplekken een dagelijkse prioriteit voor de gemeentelijke organisatie. Door de oorlog in Oekraïne zijn de gas- en elektriciteitsprijzen verveelvoudigd. De inflatie is hierdoor sterk toegenomen en de koopkracht staat behoorlijk onder druk. Voor burgers met lagere inkomens worden maatregelen genomen om het effect van de koopkrachtdaling enigszins te dempen. De energietoeslag en het noodplan zijn de maatregelen die wij als gemeente hiervoor inzetten. 

Dit is de reden dat het college voorstelt aan de raad om positieve begrotingsresultaten te presenteren, zodat we in de komende jaren financiële ruimte houden om te voorkomen dat inwoners, ondernemers en verenigingen in de kou komen te staan.

Doelen en acties

Terug naar navigatie - Doelen en acties

Deze begroting is allereerst de uitwerking van het coalitieakkoord en de kaderstelling vanuit de Voorjaarsrapportage. Doelen en acties zijn geformuleerd vanuit dit perspectief. Maar ook lopende acties op bijvoorbeeld het gebied van de uitvoering van BrinQ zijn in deze begroting terug te vinden. 

Digitale begroting

Terug naar navigatie - Digitale begroting

Tenslotte zijn wij zeer verheugd dat we deze begroting digitaal kunnen presenteren en daarmee voldoen aan een opdracht van de gemeenteraad van Westerveld. De begrotingsapp is het portaal voor de financiële documenten die een ieder kan raadplegen. Hiermee komen we tegemoet aan de ambitie in het coalitieakkoord van benaderbaar, herkenbaar en uitnodigend.

 

 

Het college van burgemeester en wethouders

Leeswijzer

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze begroting bestaat uit twee onderdelen: de beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. De financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten, de uiteenzetting van de financiële positie en het overzicht van de geraamde baten en lasten per taakveld. 

Begroting Inleiding

Terug naar navigatie - Begroting Inleiding

De begroting geeft een bestuurlijke samenvatting van de begroting 2023 t/m 2026. Het vertrekpunt voor de begroting vormt het saldo van de vastgestelde Voorjaarsrapportage 2022. De budgetten daarvan representeren ‘staand’ en door de raad geaccordeerd beleid. De uitwerking van de Uitgangspunten voor begroting 2023 en overige wijzigingen worden hier ‘macro’ inzichtelijk gemaakt. Nadere detaillering daarvan komt terug in het onderdeel : Programmaplan.

Programmaplan

Terug naar navigatie - Programmaplan

Het programmaplan bestaat uit de negen programma’s van de gemeente, gevolgd door een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen, een overzicht van de kosten van overhead, het bedrag voor de heffing voor de vennootschapsbelasting en het bedrag voor onvoorzien. 

Per programma wordt aangegeven wat we willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en wat het gaat kosten. Bij het onderdeel ‘wat willen we bereiken’ staat de visie van het betreffende programma en zijn de verplichte beleidsindicatoren vermeld. De beleidsindicatoren zijn terug te vinden  op www.waarstaatjegemeente.nl. Bij het onderdeel ‘wat gaan we daarvoor doen’ staan de doelen. Per doel is uitgewerkt hoe we dat doel gaan realiseren. Bij het onderdeel ‘wat gaat het kosten’ staat de begroting 2023 en meerjarenraming (2023 t/m 2026) op productniveau. Mutaties in de begroting 2023 worden nader toegelicht, zodat de gemeenteraad inzicht heeft in alle wijzigingen per programma ten opzichte van het ‘staande’ beleid. De gemeenteraad wordt daarmee in staat gesteld een integrale afweging te maken en deze onderwerpen (mutaties) te accorderen dan wel te amenderen. Bij elk programma wordt aangegeven welke verbonden partijen betrokken zijn en wordt inzage gegeven in de kosten zoals die zijn verwerkt in dat programma.

Paragrafen

Terug naar navigatie - Paragrafen

De paragrafen bevatten een dwarsdoorsnede van alle programma's van het jaarverslag, waarbij wordt ingegaan op de relevante beleids- en beheeraspecten. De paragrafen zijn: lokale heffingen, weerstandsvermogen en risicobeheersing, onderhoud kapitaalgoederen, financiering, bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid. Deze paragrafen zijn voorgeschreven door het BBV (Besluit Begroten en Verantwoorden).

Financiële begroting

Terug naar navigatie - Financiële begroting

Dit hoofdstuk bevat het overzicht van baten in een overzichtelijk (herkenbaar) format. De baten en lasten van de algemene dekkingsmiddelen en de reserves worden gepresenteerd per programma. De financiële positie lasten wordt beschreven als min bedragen(negatief) en baten als plus bedragen (positief).

Organisatie

1. Algemene perspectief

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In het voorwoord zijn wij met grote stappen door de college- en raadsperiode gewandeld en hebben we aantal thema’s kort benoemd. In deze begroting kijken we vooral vooruit, naar het meerjarig financieel perspectief en gaan we verder met waar we in juli 2022 zijn gebleven met de behandeling van de Voorjaarsrapportage 2022. De belangrijkste ontwikkelingen in de afgelopen maanden – met financiële consequenties - lichten we hier toe en we geven een stand van zaken van de aangenomen moties en amendementen.  

Algemene beleidslijn

Terug naar navigatie - Algemene beleidslijn

We staan de komende jaren financieel gezien voor uitdagende opgaven. Het realiseren van de bij de Voorjaarsrapportage 2022 voorgenomen ombuigingen zijn belangrijk om de uitkomsten van deze begroting te kunnen waarborgen. We hebben te maken met  de effecten van de huidige situatie in Europa, de stikstofcrisis (PAS) en het leveren van een bijdrage als gemeente in de aanpak van klimaatmaatregelen.  Deze begroting geeft ons samen met u de ruimte en de gelegenheid de juiste afwegingen en verantwoorde financiële keuzes te maken.

Alleen op die manier kunnen we blijven zorgen dat de gemeentelijke huishouding in meerjarig perspectief gezond en sluitend blijft. In dit hoofdstuk vatten wij samen en geven u inzicht in de verwerking van de onderwerpen uit de bespreking van de Voorjaarsrapportage 2022 en verwachtingen voor de begroting 2023.

1. Overhevelen budget voor Transitieopgave Toeristische Informatievoorziening

Terug naar navigatie - 1. Overhevelen budget voor Transitieopgave Toeristische Informatievoorziening

Wij hebben dit amendement met toelichting geïnterpreteerd als dat het budget is bevroren voor 2022 en 2023.  De gemeenteraad wacht de presentatie af, waarna zij kan besluiten de bedragen vrij te geven. Het budget dat voor 2022 onbenut blijft, wordt doorgeschoven naar 2023. Het bedrag voor 2023 is opgenomen in deze begroting, omdat het deel uit maakt van de mutatie Voorjaarsrapportage 2022. Voor 2024 zijn geen bedragen geraamd.  Er is een totaalbudget beschikbaar van € 80.000, verdeeld over de jaren 2022 en 2023. Bij budgetoverheveling blijft dat totale bedrag beschikbaar.

4. Motie Instellen Zonneleningen voor particulieren.

Terug naar navigatie - 4. Motie Instellen Zonneleningen voor particulieren.

De motie is ambtelijk uitgezet. Onderdeel van de uitwerking is de toezegging van de wethouder terug te komen op de stimuleringsregelingen die er zijn met betrekking tot zonne-energie in het vierde kwartaal. Afhankelijk van wat er te melden of voor te stellen is  bij de Najaarsrapportage of in afzonderlijke memo of voorstel.

5. Motie Energietoeslag

Terug naar navigatie - 5. Motie Energietoeslag

Deze motie wordt uitgevoerd. Er moet onderscheid worden gemaakt tussen energiearmoede en de energietoeslag. Voor armoede kennen wij het zogenaamde minimafonds. Betrokkenen kunnen daarop een beroep doen. De toeslag wordt zo snel mogelijk uitbetaald aan hen die daar recht op hebben. Binnenkort zal de beleidsregel aangepast wordt (i.v.m. € 500 extra energietoeslag). Dan wordt gelijktijdig de raad geïnformeerd over de voortgang.

2 Financiële vooruitzichten

Ontwikkelingen sinds de Voorjaarsrapportage 2022

Terug naar navigatie - Ontwikkelingen sinds de Voorjaarsrapportage 2022

In de Voorjaarsrapportage 2022 onder de thema’s en in de verwachtingen voor 2023 hebben wij u zo goed mogelijk geïnformeerd over ontwikkelingen en de financiële prognose. In de brief over de meicirculaire 2022 hebben wij deze informatie aangevuld en u meegenomen in actuele ontwikkelingen. 

Aansluitend daarop zijn wij als voorbereiding op de begroting en de beleidsinvulling voor 2023 nagegaan of zich ontwikkelingen voordoen (of hebben voorgedaan), die nog niet waren voorzien of die nu meer concreet kunnen worden ingevuld en daarom alsnog een plek moeten krijgen in deze begroting. 

In de Voorjaarsrapportage  2022 is voor de ontwikkeling  personele lasten ten onrechte uitgegaan van een nieuwe CAO met ingang van 2024. De onderhandelingen voor een nieuwe gemeente CAO 2023 zijn onlangs gestart. We ramen daarom vanaf 2023 een uitzetting van personeelslasten.  

Overzicht verwerken mutaties sinds de Voorjaarsrapportage 2022

Terug naar navigatie - Overzicht verwerken mutaties sinds de Voorjaarsrapportage 2022

Uitgangspunt (en vertrekpunt) blijft het financiële perspectief zoals dat met u is gedeeld in de Voorjaarsrapportage 2022. Onderstaand overzicht geeft inzicht in de doorgevoerde wijzigingen en ontwikkelingen. 

Bedragen x € 1  2023 2024 2025 2026
Saldo Voorjaarrapportage 2022 -137.624 63.813 337.370 657.134
Actualisaties sinds bespreking Voorjaarsrapportage:        
1. Amendement 5 juli 2022 -50.000 -50.000 -50.000 -
2. Bijstelling MJOP wegen -1.170.000 -1.170.000 -1.170.000 -1.170.000
3. Doorwerking Najaarsrapportage 2022 (incl. december- en meicirculaire) 2.288.879 3.883.886 4.989.733 1.576.780
4. Septembercirculaire 674.723 213.309 -104.785 732.223
Subtotaal mutatie Najaarsrapportage 1.743.602 2.897.195 3.664.948 1.139.003
         
Meerjarenbeeld volgens Najaarsrapportage 2022 1605.978 2.961.008 4.002.318 1.796.137
         
5. Mutaties loonkosten -350.278 -361.074 -361.274 -361.274
6. Ontwikkeling lasten gemeenschappelijke regelingen -355.786 -335.430 -378.394 -409.153
7. Mutaties lokale lasten 633.033 665.277 665.277 665.277
8. Mutatie vanwege 5,9% inflatie -579.200 -579.200 -579.200 -579.200
9. Wensen op het gebied van formatie -427.000 -427.000 -427.000 -427.000
10. Overige wijzigingen - - - -
Totaal begroot resultaat 526.747 1.923.580 2.921.726 684.786
         

1. Amendement 5 juli 2022
Het amendement is conform het voorstel verwerkt in de Najaarsrapportage 2022 en wordt hier voor de inzichtelijkheid getoond.

2. Bijstelling MJOP wegen
Op basis van een hernieuwde visuele inspectie wegen vond een bijstelling plaats voor het grootonderhoud van wegen. Conform het raadsvoorstel is de extra dotatie van € 1.170.000 aan de voorzieningen opgenomen in de Najaarsrapportage 2022 verwerkt. Voor een integrale afweging wordt het apart gepresenteerd.

In november 2011 heeft de gemeenteraad het Wegenbeheerplan (2011-2024) vastgesteld en ingestemd met het instellen van een voorziening voor grootonderhoud wegen. Daarnaast is in de begroting door de gemeenteraad ingestemd met het beschikbaar stellen van kredieten voor de vervanging en reconstructie van wegen. De voorziening grootonderhoud wegen en de beschikbaar gestelde kredieten voor vervangingen en reconstructies maken het mogelijk het wegenonderhoud uit te voeren conform het Wegenbeheerplan. Het Wegenbeheerplan wordt in principe iedere twee jaar geactualiseerd waarna de financiële gevolgen (het grootonderhoud en de dotaties) worden verwerkt in de Voorjaarsrapportage. De laatste actualisatie van het wegenbeheerplan stamt uit 2018 (vastgesteld oktober 2019 op basis van de Knoppennotitie). Om binnen de maximale termijn van vijf jaar te blijven is het noodzakelijk het plan te herzien. Daartoe zijn alle gemeentelijke wegen en paden in 2021 opnieuw geïnspecteerd. Op basis van deze inspectie is het wegenbeheerplan vernieuwd. Voorgesteld wordt het nieuwe Wegenbeheerplan grootonderhoud wegen voor de periode 2023-2037 vast te stellen. 

3. Doorwerking Najaarsrapportage 2022

Conform de wens van de raad worden de uitkomsten van de Najaarsrapportage geïntegreerd in deze begroting.  Dit geldt alleen voor de mutaties die betrekking hebben op 2023 t/m 2026.

4. Septembercirculaire 2022
In voorgaande begrotingen is de septembercirculaire meegenomen. We zetten dat beleid door in deze begroting om consistent te blijven in onze gedragslijn. Ook onze toezichthouder verwacht dat we deze gedragslijn voortzetten.  De effecten van deze circulaire zijn beoordeeld en verwerkt in deze begroting.
We willen u een totaalbeeld schetsen van alle posten die van invloed zijn op de resultaten in de komende jaren. U bent dan beter in staat de integrale afweging te maken. Dat is ook de reden om de effecten van de Najaarsrapportage te verwerken in deze begroting. Het effect in de begroting is als volgt:

Structurele effecten 2022 - 2026 Staan lasten tegenover 2022 2023 2024 2025 2026
Bedragen x € 1.000            
Uitkomsten september circulaire   39.645.699 40.026.938 39.866.127 40.738.979 38.731.199
Uitkomsten meicirculaire    38.265.845   39.272.170   39.563.747   40.811.693   37.967.147 
Totaal extra inkomsten   1.379.854 754.768 302.380 -72.714 764.052
De mutatie bestaat uit:            
Maatschappelijke begeleiding status houders ja 35.550 - - - -
Invoeringskosten Omgevingswet ja 480.418 - - - -
Wet kwaliteitsborging bouw ja 79.792 32.045 32.071 31.071 31.829
Leerlingen vervoer Oekraïners ja 13.078 - - - -
BCF- BTW compensatiefonds (voorshot)   332.000 - - - -
Rijksbijdrage financieringssystematiek (eenmalig)   - - - - 986.000
Energietoeslag en aanvulling op meicirculaire energietoeslag  ja 483.000 - - - -
Acress ontwikkeling prijzen via inflatie - 442.000 89.000 -184.000 -273.000
Overige mutaties, zoals hoeveelheidsverschillen   -43.984 280.723 181.309 80.215 19.223
Totaal extra inkomsten   1.379.854 754.768 302.380 -72.714 764.052
             
Totaal extra lasten     1.112.838  80.045   69.071  31.071 31.829
Totaal effect op meerjaren perspectief    267.016   674.723   233.309   -104.785   732.223 

Het meerjarig effect van de septembercirculaire wordt verwerkt in de begroting 2023 en de meerjarenbegroting 2024- 2026. De uitkomsten van de septembercirculaire zijn in detail aan u verstrekt in de vorm van een informatiebrief.

5. Mutatie personeelslasten
Voor de begroting 2023 is de formatie bij begroting 2022 het uitgangspunt. Bij de vaststelling van de begroting 2022 is de uitbreiding van de formatie (de zgn. wensen) goedgekeurd en  meegenomen in de formatie voor 2023. In de Voorjaarsrapportage is eveneens 0,5 FTE opgenomen voor de uitkeringenadministratie, die ook wordt meegenomen in de formatie voor 2023. In de begroting 2022 resteerde nog een stelpost  voor de CAO ontwikkeling vanaf 2022. Omdat de loonkostenontwikkeling gebaseerd wordt op een CAO van circa 4% vanaf 2023 kan deze stelpost vrijvallen. In de verwachtingen voor 2023 bij de Voorjaarsrapportage werd uitgegaan van een CAO-stijging vanaf 2024. De bestaande CAO loopt t/m 2022. Daarom ramen we ook voor 2023 lasten voor een CAO-ontwikkeling. De vaste formatie is in overleg met het management vastgesteld.
De lasten van de medewerkers die worden toegerekend aan de programma’s, wordt bepaald op basis van hun inzet voor de diverse taakvelden. Die inzet over de programma’s kan verschillen en geeft mutaties. Deze zullen per programma niet nader worden toegelicht.   

In het budget voor flexibele inzet is daarnaast de opgave van de raad in het amendement bij de begroting 2021 verwerkt. Daarin is opgenomen een te realiseren efficiency van € 75.000 in 2023 oplopend naar € 100.000 in 2024 en verder. Deze bezuinigingen samen zorgen ervoor dat de flexibele schil kleiner is geworden, waardoor de mogelijkheid voor inhuur wordt beperkt.  

6. Gemeenschappelijke regelingen
In de kaderstelling bij de Voorjaarsrapportage 2022 zijn de voor begroting 2023 genoemde mutaties voor de gemeenschappelijke regeling verwerkt en eventueel op basis van de laatste inzichten bijgesteld. De begrotingen voor de Gemeenschappelijke Regelingen zijn in de gemeenteraad van 15 juni 2022 besproken. Op basis van de vaststelde begroting 2023 GGD Drenthe zijn de bedragen aangepast. Het betreft:

Mutaties Gemeenschappelijke regelingen (bedragen in €) 2023 2024 2025 2026
GGD Drenthe -90.180 -63.611 -70.206 -94.143
Recreatieschap Drenthe - -3.301 -4.978 -4.978
Reestmond 302.000 293.587 285.227 343.227
RUD Drenthe -150.583 -124.258 -129.720 -148.057
SSC-ONS -379.763 -379.763 -379.763 -379.763
Veiligheidsregio Drenthe -37.260 -58.084 -78.653 -124.799
Publiek Vervoer  - - -301 -640
Totaal Mutatie GR -355.786 -335.430 -378.394 -409.153

Eventuele nadere toelichting wordt gegeven bij de programmaonderdelen.

7. Mutaties Lokale lasten
In de verwachtingen bij de Voorjaarsrapportage 2022 is aangegeven de lokale heffingen te verhogen met de inflatie van 2,2%. Verder is er een uitzetting van kosten van €25.000 voor Zwerfvuilactie, die in de tarieven wordt doorberekend. ROVA berekent de kostenstijgingen in 2023 € 32.000 respectievelijk in 2024  € 64.000 (structureel) door aan de gemeente. Daarnaast introduceert ROVA een boxensystematiek bij de doorberekening van de kosten aan gemeenten. De kosten voor de gemeente stijgen met € 270.000. Omdat is aangeven de tarieven voor de afvalstoffen te verhogen tot kostendekkendheid, stijgen de lokale lasten voor 2023 met €12.0000 extra. De lastenstijging zou hoger moeten zijn voor 100% kostendekkendheid, maar het overschot aan inkomsten uit 2021 wordt ingezet om de tariefstijging meer geleidelijk te doen plaatsvinden. In 2024 en 2025 stijgen de lokale lasten in elk jaar nogmaals met € 77.000.

Voor de tariefstelling riolen werd ook uitgegaan van een indexatie. Maar omdat de egalisatievoorziening riolen toereikend is tot 2026, kan deze indexatie achterwege blijven.

Bij de najaarsrapportage 2022 is sprake van een uitzetting van de kosten voor begraven en onderhoud begraafplaatsen tot een bedrag van € 31.000. Deze kosten werken door in de tariefstelling en komt bovenop de indexatie. Daardoor kan de lastenstijging voor burgers worden beperkt.  Dat leidt tot de volgende extra inkomsten uit tarieven en heffingen:

Mutaties Lokale lasten (bedragen in €) 2023 2024 2025 2026
Afvalstoffenheffing en Reinigingsrecht 447.033 479.277 479.277 479.277
Toeristenbelasting 24.000 24.000 24.000 24.000
Forensenbelasting 22.000 22.000 22.000 22.000
Leges vergunningen 11.000 11.000 11.000 11.000
Lijkbezorgingsrechten 36.000 36.000 36.000 36.000
Onroerend zaakbelasting 93.000 93.000 93.000 93.000
Rioolheffing 0 0 0 0
Totaal Mutatie lokale lasten 633.033 665.277 665.277 665.277

Eventuele nadere toelichting wordt gegeven bij de programmaonderdelen en paragraaf A: Lokale heffingen.

8. Mutaties inflatie
In eerste instantie is in de kaderstelling uitgegaan van het toepassen van een inflatiecorrectie van 3,5%. We zien echter door externe ontwikkelingen (Oekraïne) dat de inflatie, met name voor energie, volgens het CPB wordt geraamd op 5,9%. Naar aanleiding van de resultaten van de septembercirculaire is gekozen om de inflatiecorrectie op te hogen tot 5,9% voor de komende jaren.  De dekking wordt gevonden in de prijsontwikkeling in de septembercirculaire.

9. Wensen op het gebied van formatie

Als gemeente zien we de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden toenemen. Vanuit de verschillende afdelingen zijn de wensen geniventariseerd qua formatie als we optimaal willen gaan werken en we in staat willen zijn om te kunnen anticiperen op de komende ontwikkelingen en eisen. Een aantal wensen is verwerkt in deze begroting. Andere wensen van de organisatie worden hieronder gepresenteerd om de raad daarin inzicht te geven. Ook geven we de mogelijkheden, risico’s en kanttekeningen aan. Het is aan de raad om keuzen te maken. Zoals, meer inzet op openbare ruimte of juist meer inzet op vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Voorstellen formatie begroting 2023:

Afdeling / Team Beleidswens Nr. FTE 2023 2024 2025 2026
Dienstverlening WENS: Uitbreiding formatie projectleider. ICT a 1,0 82.500 82.500 82.500 82.500
Dienstverlening WENS: Uitbreiding formatie databeheer OW b 1,0 65.000 65.000 65.000 65.000
Sociaal Domein WENS: Uitbreiding formatie adm. SD/OW c 1,0 59.000 59.000 59.000 59.000
Sociaal Domein WENS: Uitbreiding formatie flexibel consultant SD d 1,0 73.000 73.000 73.000 73.000
Ruimte en ontwikkeling WENS: Uitbreiding formatie duurzaamheid e 1,0 82.500 82.500 82.500 82.500
Ruimte en ontwikkeling WENS: Uitbreiding formatie handhaving f 1,0 65.000 65.000 65.000 65.000
Totaal wensen formatie     6,0  427.000 427.000 427.000 427.000

Toelichting:

a.  Binnen het team dienstverlening - informatievoorziening is de coördinator tevens informatiemanager. Op zich een mooie combinatie maar in de praktijk blijkt dat de verschillende rollen niet goed tot hun recht komen. Dit geldt zeker als wordt meegenomen dat de informatiemanager binnen Westerveld ook vaak de projectleider voor grotere informatieprojecten is. Deze combinatie zorgt ervoor dat de verschillende rollen niet de aandacht krijgen die zij verdienen. Juist door goed informatie- en projectmanagement kan slagkracht worden opgetreden om (aankomende) ontwikkelingen te monitoren en waar nodig te implementeren. Door het realiseren van formatie voor een project-/informatiemanager wordt een aantal risico's beter afgedekt:
-    twee keer een 0,5 fte informatiemanagement draagt bij aan de slagkracht en borging van deze rol;
-    pieken kunnen beter worden opgevangen, kwaliteit van informatieadviezen wordt hoger door hoger kennisniveau van specifieke domeinen;
-    meer aandacht voor de kwaliteit van projecten, er is minder externe inhuur nodig en de functioneel beheerders kunnen beter worden ondersteund bij projecten.

b. Er wordt hard gewerkt om de databeheer in de beheerpakketten binnen het team Openbare Ruimte op orde te krijgen. Het afgelopen jaar zijn hier grote stappen in gezet. Deze data vormt de basis voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Het actueel houden van deze data maakt datagedreven beheren mogelijk. Financiële risico’s worden ingeperkt en op basis van de juiste informatie kunnen beleidskeuzes gemaakt worden. Zodra alle data (o.a. groen, bomen, wegen, riolering, meubilair) in kaart zijn en de administratieve data hieraan is gekoppeld, dient deze actueel te blijven. Om dit goed te borgen, is het nodig om structureel een databeheerder Openbare Ruimte aan te stellen. De databeheerder zal integraal de administratieve mutaties verwerken.

c. Structurele uitbreiding van de administratieve ondersteuning om de beleidsadviseurs en toezichthouders binnen de organisatie te ontlasten. De medewerkers krijgen daarmee de gelegenheid zich meer te richten op hun inhoudelijke taken. Daarnaast hebben wij als organisatie ook met enige regelmaat te maken met incidentele administratieve werkzaamheden zoals bijvoorbeeld de energietoeslag, TOZO etc. De uitbreiding zal daarnaast bijdragen aan de optimalisatie van de externe en interne dienstverlening. 

d.  Consulenten zijn de medewerkers die het directe klantcontact hebben en verantwoordelijk zijn voor de afhandeling van voorzieningen. Een proces waarin we als kleine organisatie kwetsbaar zijn en risico lopen. Voor het doorontwikkelen van de integrale toegang, het opvangen van korte ziekteperioden (waarvoor vervanging niet te regelen is), de tijdelijk oplopende aanvragen (waardoor wachtlijsten ontstaan), wordt er gewerkt via het pieksysteem. Dit is niet altijd te voorkomen. Om de risico’s te verkleinen, helpt het om flexibel een consulent SD in te kunnen zetten.

e.  Binnen het huidige team Duurzaamheid zal met name de capaciteit worden ingezet voor de uitvoering van het Nationale Klimaatakkoord. Er is berekend dat kleine gemeenten 9 fte zouden moeten reserveren voor deze taken c.q. uitvoering. Westerveld beschikt over 1,6 fte.
De wettelijke taken die er op ons af kome, maken dat we 2022 en 2023 voornamelijk moeten besteden aan het opstellen van beleid Duurzaamheid en inregelen van regionale ontwikkelingen in de eigen organisatie (onder andere Regionale Energie Strategie, Transitievisie Warmte, Fluvius Platform Water). Uitbreiding van 1 fte op korte termijn is wenselijk om invulling/opvolging te geven aan: 
-    mee te werken aan lokale opwek- en bespaaracties;    
-    het ondersteunen van lokale duurzame initiatieven;
-    meedenken/werken aan duurzame ontwikkeling in de eigen organisatie;
-    aanpak energiearmoede;
-    verduurzamen van het eigen maatschappelijk vastgoed.
Tevens zal door de uitbreiding van de capaciteit duurzaamheid in de organisatie beter worden gepositioneerd en creëert het meer ruimte om mee te werken aan landelijke ontwikkelingen. 

f.  De huidige formatie beleidsadviseur Handhaving en vergunningverlening is 0,56 fte. Het aantal handhavingszaken is de laatste 3 jaar sterk gestegen. Dit betreft veelal handhaving op basis van het piepsysteem (door inwoners/belanghebbenden aangedragen en daarnaast wettelijk gezag). Vanaf 2020 is er een duidelijke stijging (meer dan 50%) van incidenten en zaken. De aantallen afgezet tegen normtijden zou een capaciteit vragen van 3,26 fte (nu 0,56 fte). Uitbreiding van formatie, in eerste instantie van 1,00 fte, is noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de wettelijke termijnen van afhandeling. Veelal kiezen inwoners/belanghebbenden voor de juridische weg (rechter) om zaken/situaties af te handelen. Dit betekent vaak directe actie (voorbereiding, samenstellen stukken, dossiers etc.) vanuit de ambtelijke organisatie waardoor de ‘dagelijkse’ werkzaamheden stil komen te liggen die vervolgens weer uitmonden in juridische trajecten. De trend van de afgelopen 2 jaar is een sterke toename van bijtincidenten waarbij de gemeente wordt ingeschakeld voor handhaving.

De totale wensen van de organisatie zijn groter. Naast de benoemde wensen is er behoefte aan formatieuitbreiding voor het volgende:

Afdeling / Team Beleidswens Nr. FTE Bedrag
Ruimte en Ontwikkeling Vergunningverlening a 1,00 73.000
Ruimte en Ontwikkeling Toezicht  b 0,25 16.250
Dienstverlening Lean adviseur  c 1,00 73.000
Dienstverlening Algemeen projectleider d 1,00 82.500
Resterende wensen (niet opgenomen in deze begroting)     3,25 244.750

Toelichting:

a.  De huidige formatie vergunningverlening APV en Bijzondere Wetten is 0,89 fte (0,78 fte in dienst, 0,11 fte flexibel). Sinds 2019, m.u.v. de coronaperiode (2020 en deel 2021), is er een sterke stijging van aantal aanvragen voor evenementen (waaronder ook weekmarkten en markten) te zien. Wanneer het aantal zaken in 2019 en 2022 wordt afgezet tegen de normtijden voor afhandeling is een bezetting van 1,78 fte (uitbreiding 0,89 fte) noodzakelijk. Hierbij is de huidige wet- en regelgeving rondom evenementen meegenomen (veiligheid, toezicht, natuurwetgeving, stikstof). Het niet uitbreiden van deze formatie zou betekenen dat er in het evenementenbeleid een max (plafond) is voor het totaal aantal evenementen op jaarbasis (gelijk verdeeld over het jaar). Concreet zal het plafond ingesteld moeten worden op maximaal 140 evenementen (verwachting is 2022 circa 300 evenementen).

b.  De huidige formatie Toezichthouder bouwen en fysieke leefomgeving is gebaseerd op het huidige toezicht en handhavingsbeleid. Afgelopen jaren is er een stijging (35%) van zaken te zien waardoor er een capaciteits-/bezettingsprobleem ontstaat. Wanneer het aantal zaken wordt afgezet tegen de normtijden per zaak is er 1,25 fte (nu 1,00 fte) aan inzet noodzakelijk. Verwachting/prognose is dat het aantal zaken de komende 2 jaar niet zal dalen. Invoering van de Wet Kwaliteitsborging (WKB) zorgt voor een vermindering van de werkzaamheden (minder controle op bouw 'buiten')maar vraagt daarentegen wel snellere/kortere afhandeling (2 werkdagen gerealiseerde bouw) waardoor er dagelijks capaciteit noodzakelijk is om het op te kunnen vangen. Invoering van de Omgevingswet betekent daarnaast ook controle op illegale bouw, illegale bedrijfsvoering, illegale kap etc. Deze controles worden nu niet gedaan. Niet uitbreiden van de formatie (capaciteit) betekent niet kunnen voldoen aan het minimale toezicht conform het huidige handhavings-/toezicht beleid. De huidige werkwijze is afgaan op signalen (piepsysteem) of wat ‘op route’ wordt gezien. Daarnaast ontstaat er een probleem bij de capaciteit vanwege de wettelijke termijn afhandeling WKB waardoor ingebruikname na (ver)bouw automatisch wordt vergund.

c. In het coalitieakkoord wordt aangegeven dat wij streven naar een optimale dienstverlening, met transparantie in beleid, efficiëntie, hulpvaardigheid en een open houding van ‘ja, mits’. Om dit doel te realiseren is het van belang om de processen hierop in te richten en te blijven verbeteren. In de interne beleidsnotitie het Goud van Westerveld wordt dit mede ingevuld door te prioriteren en te starten met het uitvoeren van het LEAN-maken van processen. Om de processen LEAN werken binnen de organisatie uit te dragen is kennis en capaciteit noodzakelijk. Door het aanstellen van een LEAN/proces adviseur kan hier invulling aan worden gegeven.

d. Binnen de domeinen recreatie, economie, sociaal domein en ruimtelijke ordening ontstaan steeds meer projecten en samenwerkingen die ambtelijke inzet vragen. Deze werkzaamheden worden nu zoveel mogelijk opgevangen door de beleidsmedewerkers, maar om voldoende slagkracht te genereren en een goed resultaat voor Westerveld neer te zetten, is geen structurele formatie beschikbaar. Voor de komende jaren kan deze projectleider gedekt worden uit de incidentele projectgelden. Mocht dit niet voldoende dekking bieden dan verzoeken we om structureel budget. 
Indien aan deze wens geen invulling gegeven wordt, dan kan Westerveld onvoldoende participeren en zijn we onvoldoende in staat de belangen van Westerveld te behartigen. We missen dan de kansen waar mogelijk ook een financieel voordeel voor Westerveld is te behalen.

10. Overige wijzigingen

Dit betreft een herschikking van budgetten binnen het sociaal domein vanwege een vernieuwde opzet verantwoording IV3 als onderdeel van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Per saldo is deze wijziging neutraal. Er is wel sprake van een herschikking over de verschillende taakvelden. De mutatie wordt nader toegelicht onder programma 6. 

Extra rijksbijdragen voor Jeugdzorg

Terug naar navigatie - Extra rijksbijdragen voor Jeugdzorg

De VNG heeft op 9 augustus een bericht “Afspraken jeugdmiddelen in meerjarenraming” gepubliceerd. Hieruit blijkt dat het Rijk, de VNG en het IPO voor de jaren 2024, 2025 en 2026 zijn overeengekomen dat gemeenten zowel de extra rijksbijdragen voor de jeugdzorg als de geplande bezuinigingen voor 100% in de begroting 2023 mogen opnemen. In de begroting 2022 mochten de gemeenten nog 75% opnemen. Verder zijn afspraken gemaakt over een aanvullende besparing van structureel € 511 miljoen, waarbij de rijksoverheid de verantwoordelijkheid heeft om deze besparing in te vullen met (wettelijke) maatregelen. 

De afspraken over de extra rijksbijdragen voor de jeugdzorg gelden alleen voor de verwerking in de begroting 2023 en de meerjarenbegroting 2024 - 2026. Voor de jaren na 2026 blijft onduidelijk of gemeenten 100% mogen ramen of 75%, aangezien deze jaren nog niet opgenomen zijn in de richtlijnen van de provinciaal toezichthouder. 

Ontwikkeling Jeugdzorg middelen Nr. 2023 2024 2025 2026
Totale middelen jeugdzorg (macro, bedragen x € 1 miljoen) 1 1.445 1.365 1.258 867
Aanvullende besparingen Kabinet 2 0 -100 -500 -500
Per saldo macro beschikbaar 3 1.445 1.265 758 367
           
Norm provinciaal toezichthouders 4 100% 100% 100% 100%
Vertaald naar gemeente Westerveld( bedragen x € 1)          
Basis bedrag gemeente Westerveld 5  1.240.000   1.085.536   650.464   314.934 
Reeds verwerkt voorschot in eigen begroting 6 -1.240.000   -631.400   -566.900   -566.900 
Maximaal te verwerken in begroting 2023 (als baten) 7 0  454.136   83.564   -251.966 
           
Te begroten meerkosten jeugdzorg op basis van 100% 8 0  454.136  83.564  251.966 

Toelichting:

5. Op basis van de macrobedragen voor alle Nederlandse gemeenten wordt berekend (eigen berekening) welke bedragen 100% mogen worden meegenomen in de begroting.

6. In de  begroting 2022 is uitgegaan om maximaal 75% van de jeudzorgmiddelen te begroten, waarbij baten en lastenontwikkeling gelijk is gehouden. Er is geen resultaateffect. In de meicirculaire 2022 is voor het jaar 2022 het bedrag voor de jeugdzorg reeds volledig (dus voor 100% ) verwerkt.

7. Het saldo geeft het bedrag aan baten dat kan worden begroot.  Voor 2026 en verder moet rekening worden gehouden met lagere inkomsten. 

De ontwikkeling van de solvabiliteit

Terug naar navigatie - De ontwikkeling van de solvabiliteit

De solvabiliteit daalt sinds 2017. Dat komt door negatieve resultaten in 2018 en 2019 en door onttrekkingen aan de bestemmingsreserves. Hoewel 2021 een positief resultaat kende, daalde de solvabiliteit toch door de onttrekkingen aan de bestemmingsreserve. Voor 2023 en daarna verwachten wij positieve resultaten. Het eigen vermogen neemt daardoor toe. 

Solvabiliteit is op zich geen doel, immers het gemeentelijke bedrijf is erop gericht haar (wettelijke) taken te kunnen uitvoeren op een geaccepteerd niveau en haar inwoners te ondersteunen dan wel zaken die nuttig zijn voor de samenleving als geheel tot stand te brengen. We kunnen wel stellen dat de bovenstaande ontwikkeling gunstig is voor de financiële toekomst, Dat de solvabiliteit ‘oranje’ kleurt (zie paragaaf B: Weerstandvermogen en risicobeheersing) is slechts één van de onderdelen waarop we de financiële gezondheid van onze gemeente beoordelen. Belangrijk is ook te kijken naar de samenstelling van de balans, het beoordelen van risico’s en het structureel evenwicht van baten en lasten op termijn. 

Structureel evenwicht van baten en lasten

Terug naar navigatie - Structureel evenwicht van baten en lasten

Wij streven naar een structureel evenwicht van baten en lasten. In het meerjarig overzicht incidentele baten en lasten en het structureel evenwicht in hoofdstuk B.1.5 en B.1.6 maken we inzichtelijk of dat realistisch is.
Voor wat betreft het verplichte meerjarige overzicht van incidentele baten en lasten is de kwaliteit en volledigheid van het overzicht van incidentele baten en lasten van essentieel belang. In de Notitie structurele en incidentele baten en lasten van de Commissie BBV (30 augustus 2018) is hiervoor een algemeen kader opgenomen en zijn diverse voorbeelden gegeven. Er wordt in de notitie vanuit gegaan dat in principe alle baten en lasten structureel van aard zijn. Incidentele baten en lasten zijn de uitzondering en dienen toegelicht te worden.

In hoofdstuk B.1.6 presenteren wij het structureel en reëel evenwicht van baten en lasten.

Financiële eindresultaten 2023 - 2026

Terug naar navigatie - Financiële eindresultaten 2023 - 2026

Samenvattend wordt in onderstaand overzichten het totaal van de beleidsprogramma’s voor de begroting 2023 en de meerjarenprognose 2024-2026 weergegeven. Hieruit blijkt dat de begroting 2023 een overschot laat zien en dat de meerjarenprognose 2024 -2026 een sluitend perspectief tot 2026 heeft. We leggen daarom deze begroting 2023 ter afweging en vaststelling aan de raad voor.

Bedragen x €1.000
Exploitatie Saldo najaar 2022 Concept begr.2023 Concept begr.2024 Concept begr.2025 Concept begr.2026
Overige programma onderdelen 33.596 34.045 34.951 35.432 33.081
0. Bestuur en ondersteuning -1.591 -1.880 -1.833 -1.833 -1.781
1. Veiligheid -1.542 -1.652 -1.696 -1.744 -1.791
2. Verkeer, vervoer en waterstaat -3.473 -4.601 -4.647 -4.627 -4.681
3. Economie 217 439 906 904 904
4. Onderwijs -1.288 -1.225 -1.199 -1.191 -1.185
5. Sport, cultuur en recreatie -4.642 -4.054 -4.148 -4.157 -4.168
6. Sociaal domein -20.200 -18.729 -18.576 -17.984 -17.682
7. Volksgezondheid en milieu -603 -1.273 -1.055 -1.046 -1.063
8. VHROSV -2.370 -1.441 -1.521 -1.369 -1.386

Mutatie reserves

Terug naar navigatie - Mutatie reserves
Bedragen x €1.000
Exploitatie Saldo najaar 2022 Concept begr.2023 Concept begr.2024 Concept begr.2025 Concept begr.2026
Onttrekkingen 2.774 922 765 562 461
Stortingen 181 25 25 25 25

Resultaat

Terug naar navigatie - Resultaat

Het samenvoegen van de bovenstaande tabellen geeft het begrote resultaat. Stortingen lezen als resultaat t.g.v. de algemene reserve.

Het positieve resultaat in de komende jaren is bedoeld voor de versterking van het eigen vermogen en het geeft ruimte om de toekomstige ontwikkelingen binnen het sociaal domein, klimaat, watertaken en regionale energiestrategie op te vangen. 

Bedragen x €1.000
Exploitatie Saldo najaar 2022 Concept begr.2023 Concept begr.2024 Concept begr.2025 Concept begr.2026
Onttrekkingen 1.529 0 0 0 0
Stortingen 1.660 527 1.924 2.922 685

3. Begroting in een oogopslag

Overige gegevens en lokale lasten

Terug naar navigatie - Overige gegevens en lokale lasten

Het aantal inwoners in de gemeente Westerveld is op 1 januari 2022: 19.854

De lokale lastendruk voor huishoudens is als volgt:

Lokale heffing Eenpersoons huishouden Meerpersoonshuishouden
Betreft het jaar 2022 2023 2022 2023
Woningwaarde per 1 januari t-1 303.000 329.000 303.000 329.000
OZB woningen 338 332 338 332
Afvalstoffenheffing 159 204 239 310
Rioolheffing 209 208 209 208
Totale lasten per huishouden 706 744 786 850
Mutatie t.o.v. voorgaand jaar   5,4%   8,1%