Verwachtingen komend jaar

Algemene uitkering

Terug naar navigatie - Algemene uitkering

In relatie tot de Algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn er per jaar drie bijstellingen die plaatsvinden in de mei- september- en decembercirculaire. De begroting 2026 wordt opgesteld op basis van de effecten van de meicirculaire 2025. In deze Kadernota verwerken we de effecten van de septembercirculaire 2024 en decembercirculaire 2024. De effecten van deze circulaires op het saldo van de begroting zijn in onderstaande tabel zichtbaar. Het betreffen voordelige bijstellingen.

Algemene uitkering 2026 2027 2028 2029
Septembercirculaire 2024 300.000 300.000 300.000 300.000
Decembercirculaire 2024 75.000 150.000 200.000 200.000
Totaal Algemene uitkering effect op saldo begroting 375.000 450.000 500.000 500.000

Op basis van de voorjaarnota 2025 hebben we informatie ontvangen over de verwachtingen van de meicirculaire 2025. 
In de meicirculaire 2025 wordt duidelijk wat al deze landelijke ontwikkelingen financieel betekenen voor de gemeente Westerveld. Aangezien de meicirculaire wordt gepresenteerd als de Kadernota al gereed is informeren we de raad hierover per brief. We verwerken deze bedragen in de Begroting 2026. 

De verwachtingen zijn als volgt:

  1. Gemeenten worden voor structureel € 400 miljoen gecompenseerd om het ravijnjaar te dempen. Voor gemeente Westerveld is dit circa € 400.000 euro. Daardoor blijft er voor gemeenten in totaal circa € 2 miljard aan ravijn over. De precieze doorrekening hiervan wordt zichtbaar in de meicirculaire 2025.
  2.  De accressen die worden gebaseerd op het 8-jaars historisch gemiddelde van het BPP vallen positief uit. De precieze doorrekening hiervan wordt zichtbaar in de meicirculaire 2025.
  3. Gemeenten worden in de jaren 2026 en 2027 gecompenseerd voor de kortingen op jeugdhulp die voornamelijk zijn te relateren aan de Hervormingsagenda jeugdhulp. Het betreft gedeeltelijk compensatie voor de tekorten in 2023 en 2024 en compensatie in de komende jaren. Vanaf 2028 zijn de kortingen nog van toepassing. Het Rijk is voornemens om dit te gedeeltelijk te compenseren door invoering van een eigen bijdrage voor jeugdhulp. Het andere deel is nog niet bekend. Hiervoor wacht het Rijk op advies van de deskundigencommissie.
  4. De invoering van de inkomens- en vermogensafhankelijke eigen bijdrage Wmo en Jeugd wordt uitgesteld tot 1 januari 2027. Hier worden gemeenten in 2026 voor gecompenseerd met een bedrag van € 225 miljoen.
  5. Het BTW compensatiefonds (BCF) geeft een incidenteel nadeel in 2025 van € 115 miljoen, doordat gemeenten in 2024 € 332 miljoen onder het plafond zijn gebleven, terwijl er in de septembercirculaire 2024 uit was gegaan van € 447 miljoen.

Gemeenschappelijke regelingen

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regelingen

De conceptbegrotingen 2026 en jaarrekeningen 2024 voor onze gemeenschappelijke regelingen worden in juni 2025 aan de raad voorgelegd. De raad kan een zienswijze indienen op de concept begroting. Op basis van de uitkomsten van de raadsbehandeling stelt het algemeen bestuur van de GR vervolgens de definitieve begroting vast, die het uitgangspunt vormt voor de vaststelling van de geactualiseerde gemeentelijke bijdragen in de Begroting 2026. In onderstaande tabel hebben we het verschil inzichtelijk gemaakt tussen de gevraagde bijdrage van de GR en de huidige raming in de begroting die wij hebben opgenomen. Dit leidt tot een negatieve bijstelling van het budget voor onze gemeente. Dit bedrag verwerken we in de Kadernota 2026. Aangezien onze gemeente de systematiek van constante prijzen hanteert hebben we de raming 2026 van de GR als uitgangspunt genomen. Constante prijzen houdt in dat we de bedragen 2026 structureel maken en geen rekening houden met eventuele indexatie (wat de GR-en wel doen). We verwerken de definitieve bedragen in de Begroting 2026. 

De definitieve bijdrage voor de GR Reestmond nemen we op als de meicirculaire 2025 is gepubliceerd. Deze circulaire bevat namelijk extra middelen voor de GR Reestmond.

Tabel GR

Terug naar navigatie - Tabel GR

Excel-tabel

Gemeenschappelijke regeling 2026 2027 2028 2029
Reestmond
Raming in begroting 2.756.000 2.657.000 2.532.000 2.532.000
Raming GR 2.756.000 2.657.000 2.532.000 2.532.000
Verschil 0 0 0 0
Recreatieschap
Raming in begroting 113.000 116.000 116.000 116.000
Raming GR 106.000 106.000 106.000 106.000
Verschil 7.000 10.000 10.000 10.000
Publiek Vervoer
Raming in begroting 21.000 21.000 21.000 21.000
Raming GR 21.000 21.000 21.000 21.000
Verschil 0 0 0 0
Veiligheidsregio Drenthe
Raming in begroting 1.501.000 1.501.000 1.501.000 1.501.000
Raming GR 1.524.000 1.524.000 1.524.000 1.524.000
Verschil -23.000 -23.000 -23.000 -23.000
GGD (incl. VTD)
Raming in begroting 1.057.000 1.057.000 1.057.000 1.057.000
Raming GR 1.121.000 1.121.000 1.121.000 1.121.000
Verschil -64.000 -64.000 -64.000 -64.000
ODD
Raming in begroting 1.310.000 1.310.000 1.310.000 1.310.000
Raming GR 1.365.000 1.365.000 1.365.000 1.365.000
Verschil -55.000 -55.000 -55.000 -55.000
ONS
Raming in begroting 2.255.000 2.255.000 2.255.000 2.255.000
Raming GR 2.323.000 2.323.000 2.323.000 2.323.000
Verschil -68.000 -68.000 -68.000 -68.000
Drents Archief
Raming in begroting 0 0 0 0
Raming GR 22.000 22.000 22.000 22.000
Verschil -22.000 -22.000 -22.000 -22.000
Totaal: -225.000 -222.000 -222.000 -222.000

Inflatie

Terug naar navigatie - Inflatie

Op dit moment zien we dat verschillende budgetten onder druk staan als gevolg van stijgende prijzen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan nieuwe aanbestedingsresultaten van de Wmo en jeugdzorg, maar ook bij de uitvoering van werken in het fysiek domein. De afgelopen jaren hebben we beperkt kunnen indexeren. Vanuit de meicirculaire 2025 komt een bedrag beschikbaar dat voor prijsstijgingen kan worden ingezet. In de begroting 2026 komen we met een voorstel in welke mate we diverse budgetten kunnen indexeren. 
In deze Kadernota indexeren we ook al diverse budgetten. Denk hierbij aan personele budgetten en de GR'en.

Personele kosten

Terug naar navigatie - Personele kosten

Deze Kadernota bevat diverse voorstellen om de personele budgetten te verhogen. Op basis van de personele begroting 2025 die begin dit jaar is opgesteld is zichtbaar geworden dat de personele budgetten met € 410.000 moeten worden verhoogd doordat er in 2025 geen budget is opgenomen voor periodieke verhogingen en andersoortige vergoedingen zoals stagevergoedingen, VSO's etc. Daarnaast is er recent een nieuwe CAO Gemeenten afgesloten waarbij de lonen gefaseerd over 2 jaren ruim 7,5% stijgen. In totaliteit is er € 410.000 benodigd om de huidige formatie in 2025 te kunnen dekken.

Daarnaast wordt er een budget van € 250.000 aangevraagd vanaf 2026 voor de periodieke verhogingen die op 1 januari 2026 gaan plaatsvinden. In de gemeente zien we namelijk een ontwikkeling dat er steeds meer jongere medewerkers worden aangenomen die niet in het einde van de schaal zitten, met als gevolg dat een groter gedeelte van het personeelsbestand periodieke verhogingen krijgt. Tot op heden was hier nog geen budget voor gereserveerd. Tot slot is er in 2026 een aanvullend bedrag van € 415.000 benodigd om de CAO stijgingen in 2026 op te kunnen vangen. Dit samen is een totaalbedrag van € 1.075.000.

Lokale heffingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen

We hebben onderzocht of de heffingswijze van de OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing, toeristenbelasting en forensenbelasting vereenvoudigd kan worden. Verder gaan we in op de uitkomsten van het interne onderzoek kostendekkendheid leges waarbij gekeken is naar de kosten per product en het tarief in omliggende gemeenten. 

Toeristenbelasting

In 2025 zijn de vrijstellingen voor vreemdelingen en personen onder de 13 jaar komen te vervallen. Tevens zijn de tarieven voor de diverse categorieën aangepast. Het voorstel is om de tarieven voor het jaar 2026 gelijk te houden en geen aanpassingen te doen in de beleidsregels, zodat we eerst kunnen monitoren hoe de wijzigingen in de tarieven in 2025 gaan uitpakken.

Verder merken we op dat het college als kader heeft voorgesteld dat eventuele meerkosten die blijken uit het uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme worden gedekt uit de meeropbrengsten forensen- en toeristenbelasting. Op basis van dit document bedragen de extra kosten € 225.000. Het voorstel is om deze kosten te dekken uit de extra opbrengsten toeristenbelasting. In de jaarrekening 2024 hadden we een overschot op de toeristenbelasting, dus de verwachting is dat deze extra opbrengsten gerealiseerd worden, zonder dat we de tarieven hoeven aan te passen. Het voorstel is zodoende om de tarieven voor 2026 gelijk te laten aan de tarieven 2025.

De tarieven voor de toeristenbelasting zijn in 2026 als volgt:

Campings en groepsaccommodaties: € 1

Hotels: € 2

Forensenbelasting

In de Kadernota 2025 is de forensenbelasting ingedeeld op 3 categorieën in plaats van 5 die we de jaren ervoor gebruikten. De brandverzekerde waarde is nog steeds het uitgangspunt voor het bepalen van de categorie. Tevens is aangekondigd dat we in de Kadernota 2027 zouden willen overstappen op het bepalen van de waarde aan de hand van vierkante meters. Hier moet de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) op worden ingericht. De inschatting is dat deze opdracht te omvangrijk is om voor 2027 alle vakantieparken zodanig in de BAG te verwerken. Daarom is het voorstel om hiervan af te zien en te gaan werken met twee tarieven. 

De huidige systematiek voor de forensenbelasting op basis van de brandverzekerde waarde is niet ideaal. Enerzijds omdat vele verzekeringsmaatschappijen een polis verstrekken voor een maximale dekking, zodat de brandverzekerde voor een object niet meer benoemd op de polis. Anderzijds omdat de belastingplichtige gemakkelijk de brandverzekerde waarde met een bepaald bedrag kan verlagen waardoor deze ook honderden euro’s belasting bespaart. Daarom stellen we in 2026 een alternatief voor dat makkelijker uitgevoerd kan worden. Dit alternatief houdt in dat dat we de drie categorieën terugbrengen naar twee categorieën. Het betreft een hoog tarief voor vakantiehuisjes en chalets en een laag tarief voor stacaravans. Het is een simpele methodiek die snel uitvoerbaar is. Belangrijk is wel dat we goed definiëren waar we het onderscheid maken in de twee categorieën. Dit gaan we onderzoeken en hier komen we in de begroting 2026 op terug. Ook zullen we in de begroting 2026 een voorstel doen voor wat de tarieven voor de twee categorieën gaan worden. 

Onroerende Zaakbelasting (OZB)

De systematiek van de OZB wijzigt niet. Dat betekent dat de totale opbrengst leidend is voor de stijging van de OZB per object. Opgemerkt wordt dat het voorstel van het college is om de kosten voor het onderhouden van de speeltuinen te dekken uit een extra OZB verhoging. Deze kosten zijn ingeschat op  € 125.000. Daarnaast hebben we de OZB opbrengst in deze Kadernota geïndexeerd. Dit zorgt voor een stijging van de opbrengst met € 150.000. De totale OZB opbrengst zal daarom met in ieder geval     € 275.000 toenemen in de begroting 2026. In de begroting 2026 volgt een voorstel over verdeling van de opbrengsten over de categorieën: OZB eigenaar woningen, OZB eigenaar niet-woningen en OZB gebruiker niet-woningen

Rioolheffing- en waterzorgheffing

Onze huidige systematiek van de Riool- & Waterzorgheffing is voornamelijk afhankelijk van de WOZ-waarde. Daarnaast hebben we een vrijstelling voor objecten onder de € 30.000 en werken we met een vaste voet van € 150 voor elk WOZ-object. Om de heffing zo eerlijk mogelijk te maken is het voorstel om de vaste voet te verlagen van € 150 naar € 50 en de vrijstelling te laten vervallen. 

Door het laten vervallen van de vrijstelling wordt elke eigenaar van een WOZ-object (met een waarde) belast. Verder zorgen we ervoor dat de WOZ-objecten met een geringe waarde onder de € 30.000 niet ineens € 150 vaste voet in rekening gebracht krijgen, maar slechts € 50. Dit zorgt voor een wijziging in tarieven die te behappen is voor de eigenaar met WOZ-objecten met geringe waarde.

Het doorvoeren van deze wijziging heeft een zogenaamd nivellerend effect. Dit houdt in dat inwoners met WOZ-objecten met hogere WOZ-waardes meer gaan betalen en inwoners met lagere WOZ-waardes minder. Het omslagpunt ligt bij circa € 400.000 WOZ-waarde. Dit is bij benadering de gemiddelde WOZ-waarde in de gemeente Westerveld.

In onderstaande tabel is dit effect zichtbaar:

WOZ-waarde Huidig tarief met € 150 vaste voet en vrijstelling tot € 30.000 Nieuw tarief met € 50 vaste voet en vervallen vrijstelling
€ 15.000 € 0 € 55,79
€ 150.000 € 169,94

€ 107,90

€ 300.000 € 189,89 € 165,80
€ 500.000 € 216,49 € 243,00
€ 750.000 € 249,74 € 339.50
€ 1.250.000 € 309,60 € 513,20

Afvalstoffenheffing

In de begroting 2025 is vastgelegd dat we van drie vaste tarieven (eenpersoons/meerpersoons/recreatie) naar één vast tarief van € 190 zijn overgestapt. Dit tarief wordt in 2026 geïndexeerd. Verder is het voorstel om de systematiek van afvalstoffenheffing niet te veranderen in 2026. In algemeenheid zien we dat de invoering van Diftar heeft gezorgd voor extra uitvoeringskosten. Dit heeft als gevolg dat de uitvoeringskosten in de afvalbegroting 2026 zullen toenemen als gevolg van meer opleggingen, meer registratie, meer controles, vragen van inwoners etc. In totaliteit verwachten we dat de afvalstoffenheffing niet zal toenemen. In de jaarrekening 2024 hebben we namelijk een groot overschot op de afvalbegroting. Dit bedrag gaat naar de egalisatiereserve en wordt ingezet als dekking in toekomstige jaren om de stijging van de lasten voor de inwoner te beperken.

Voorstel kostendekkendheid leges

Naar aanleiding van de financiële verwerking van Plan B zijn de opbrengsten van de leges in 2026 met € 150.000 verhoogd. De aanleiding hiervoor waren de relatief lage kostendekkendheid cijfers die zichtbaar zijn de begroting. In de afgelopen maanden hebben we geïnventariseerd hoe we deze extra opbrengsten kunnen realiseren en wat voor effect dit heeft op de kostendekkendheid. Bij de Kadernota 2026 komt een raadsinformatiebrief met de uitkomst van deze inventarisatie.   

Realiseren van de € 150.000 extra legesopbrengsten

Uit het onderzoek is gebleken dat ten aanzien van de urenbesteding er een gerechtvaardigde reden is om de legestarieven te verhogen. Van veel producten en diensten is gebleken dat collega’s hier meer tijd aan besteden dan gedacht. Afhankelijk van het product of de dienst varieert dit van minimaal één uur tot wel 8 uur of meer in sommige gevallen. In de begroting 2026 gaan we aan de hand van de nieuwe ureninschatting de kostendekkendheid opnieuw bepalen. De verhoging van de opbrengsten zal voor het grootste gedeelte uit de vergunningverlening moeten komen. Oorzaak:

  1. De leges bij burgerzaken zijn namelijk gebaseerd op de maximale wettelijke tarieven;
  2. De lijkbezorgingsrechten hebben al een relatief hoog percentage kostendekkendheid;
  3. De leges markten genereren maar een zeer beperkte opbrengst.

Wat betreft de prijsontwikkelingen met andere gemeenten is helaas gebleken dat Westerveld, op basis van de huidige tarieven, niet de goedkoopste is als het aankomt op reguliere aanvragen met een bouw- of omgevingsplanactiviteit. Er is vergeleken met de omliggende buurgemeenten De Wolden, Meppel en Midden-Drenthe. Een verdere prijsverhoging zal ervoor zorgen dat Westerveld duurder wordt dan omliggende gemeenten. We merken hierbij op dat er in algemeenheid veel prijsverschil zit tussen gemeenten als het gaat over leges omgevingsvergunningen.

Het voorstel hoe de extra opbrengsten van € 150.000 te realiseren is als volgt:

  • Voor de reguliere aanvragen met bouw- of omgevingsplanactiviteit het huidige percentage van 2,53% verhogen met 0,47% naar 3,00%. Deze verhoging zal afgezet tegen het volume en een geschatte gemiddelde bouwsom van € 50.000 leiden tot een meeropbrengst van € 50.000. 
  • Voor de overige legesplichtige producten en diensten die niet wettelijk gemaximeerd zijn de tarieven verhogen met € 50. Afgezet tegen het volume zal een verhoging van € 50 leiden tot een verwachte meeropbrengst van € 50.000.
  • We zien de laatste jaren het aantal aanvragen voor vergunningen toenemen. Daardoor schatten we in dat we de opbrengst van de omgevingsvergunningen met  € 50.000 kunnen verhogen.

Nieuw beleid

Terug naar navigatie - Nieuw beleid

In de begroting 2025 is een stelpost opgenomen voor nieuw beleid van € 250.000 per jaar vanaf 2026. In deze Kadernota wordt er in het jaar 2029 € 250.000 vrij gemaakt voor de stelpost nieuw beleid. Daardoor loopt het budget op t/m € 1 miljoen in 2029. Zoals aangegeven in het raadsbrief van de septembercirculaire 2024 kan dit budget worden ingezet voor nieuwe ontwikkelingen: de Startnotitie visie Vledder, Dorpsvisie Darp, Visie maatschappelijk vastgoed, visie vrijetijdseconomie, de ontwikkelingen bij wonen en het Integraal Huisvestingsplan onderwijs. Als het budget voor deze ontwikkelingen wordt ingezet, betekent dit dat het ten koste gaat van ander nieuw beleid. In onderstaande tabel is zichtbaar welke van deze ontwikkelingen op basis van de huidige inzichten een beroep gaan doen op de stelpost. Aangezien er voor 2026 nog geen beroep wordt gedaan op de stelpost en de ontwikkelingen nog onzeker zijn, worden de bedragen in deze Kadernota nog niet financieel verwerkt. We lichten dit per ontwikkeling toe:

  1.  Visie Vledder: De raad heeft een financieel kader vastgesteld van € 300.000 per jaar wat aan kapitaallasten mag worden besteed voor het vernieuwen van diverse voorzieningen. De verwachting is dat de middelen in 2028 worden ingezet.
  2.  Integraal Huisvestingsplan onderwijs: Op basis van de meest actuele doorrekening is er in 2029 € 71.000 nodig voor Kindcentrum De Vuursteen in Wapserveen..
  3. Maatschappelijk vastgoed: Aan de hand van de visie Maatschappelijk vastgoed moet duidelijk worden wat de precieze kosten gaan zijn voor het beheer van ons vastgoed. Van Welzijn Mensenwerk hebben we inzicht gekregen in wat het beheer van de dorpshuizen t/m 2028 gaat kosten. Vanaf 2029 zullen de dorpshuizen worden voortgezet in de gewenste beheervorm, maar dit zal wel kosten met zich mee brengen. Daarom is in 2029 de raming overgenomen die Welzijn Mensenwerk bij de gemeente heeft aangeleverd.
  4. Dorpsvisie Darp: De kosten van de Dorpsvisie Darp zijn nog niet inzichtelijk op dit moment. 
  5. Visie Vrijetijdseconomie: Het college heeft de wens uitgesproken om eventuele meerkosten die voortvloeien uit het uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme te dekken uit een verhoging van de toeristen- en forensenbelasting.
  6. Woningbouwopgaven: De kosten van nieuwe woningbouwopgaven zijn nog niet inzichtelijk op dit moment. De dekking van een projectleider van € 55.000 die zich met deze opgave bezig gaat houden wordt opgevoerd en wordt gedekt wordt uit de stelpost nieuw beleid. 

Naast deze ontwikkelingen bevat deze Kadernota één voorstel voor nieuw beleid. Dit betreft de verhoging van het budget voor speeltuinen met € 125.000 structureel met ingang van 2026. De kosten hiervan worden gedekt uit de voorgestelde OZB verhoging.

Zichtbaar is in onderstaande tabel dat de stelpost niet volledig wordt uitgeput. De gedachte hiervan is dat het nieuwe college op basis van het nieuwe coalitieakkoord voorstellen kan doen die hieruit gedekt kunnen worden. De verwachting is dat de stelpost op lange termijn nodig zal zijn om de kosten van nieuw beleid te kunnen dekken. 

Nieuw beleid tabel

Terug naar navigatie - Nieuw beleid tabel

Excel-tabel

2026 2027 2028 2029
Nr Stelpost nieuw beleid 250.000 500.000 750.000 1.000.000
1 Visie Vledder 0 0 -300.000 -300.000
2 Integraal Huisvestingsplan onderwijs 0 0 0 -71.000
3 Maatschappelijk vastgoed PM PM PM -225.000
4 Dorpsvisie Darp PM PM PM PM
5 Visie Vrijetijdseconomie 0 0 0 0
6 Woningbouwopgaven PM PM PM PM
Stelpost nieuw beleid restant 250.000 500.000 450.000 404.000

Autonome ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Autonome ontwikkelingen

Naast nieuw beleid bevat deze Kadernota ook diverse autonome ontwikkelingen. Deze beschouwen we als onvermijdelijk of onomkeerbaar. Naast wijzigingen die het saldo van de begroting verlagen zitten er ook diverse ontwikkelingen tussen die positief zijn voor het saldo. Deze wijzigingen komen voort uit de inventarisatie van de budgetten die heeft plaatsgevonden. Omdat het autonome ontwikkelingen zijn en geen keuzes verwerken we deze al in de Kadernota. Hieronder het overzicht. De wijzigingen lichten we toe in de bijhorende programma's.

Tabel autonome wijzigingen

Terug naar navigatie - Tabel autonome wijzigingen

Excel-tabel

Nr Omschrijving Prog 2026 2027 2028 2029
1 Bijramen rente rekening/courant Over 150.000 100.000 100.000 100.000
2 Verlagen opbrengst dividend Over -200.000 -200.000 -200.000 -200.000
3 Stelpost behoedzaamheid Over 500.000 500.000 500.000 500.000
4 BTW Compensatiefonds Over 250.000 250.000 250.000 250.000
5 Kapitaallasten in exploitatie ipv uit reserve Over -74.000 -74.000 -74.000 -74.000
6 Voorbereidingen verkiezingen 1 -15.000
7 Zorg- en veiligheidshuis 1 -24.000 -24.000 -24.000 -24.000
8 Wederkerend fonds (correctie 2025-2026) 3 -500.000
9 Deelnemersbijdrage Regio Zwolle 3 -30.000 -38.000 -40.000 -43.000
10 Bijdrage jeugdhulp Regio Drenthe 6 -20.000 -20.000 -20.000 -20.000
11 Adviesraad Sociaal Domein 6 -4.000 -4.000 -4.000 -4.000
12 Antidiscriminatievoorziening 6 -14.000 -14.000 -14.000 -14.000
13 Indexatie Omgevingsvergunningen 8 100.000 100.000 100.000 100.000
Totaal: 119.000 576.000 574.000 571.000